Recent onderzoek toont dat ultra-bewerkte plantaardige vleesvervangers geen negatieve gevolgen op de gezondheid vertonen. Omwille van het debat en de onduidelijkheid omtrent de gezondheidseffecten van plantaardige vleesvervangers brengt ProVeg een samenvatting van de meest recente studies en beantwoordt daarmee een belangrijke vraag: Zijn bewerkte vleesvervangers gezond?

Er zijn verschillende generaties vleesvervangers, elk met hun eigen kenmerken. De eerste generatie vleesvervangers is onbewerkt en omvat peulvruchten (in blik) en noten. Dan is er de tweede generatie vleesvervangers, die bestaan uit dezelfde ingrediënten als de eerste generatie, maar wel bewerkt zijn, zoals tofu, tempeh en seitan. Bij de derde en vierde generatie vleesvervangers worden voedingsmiddelen geclassificeerd als “ultra-bewerkt” volgens het NOVA-classificatiesysteem, vanwege het gebruik van TVP (Textured Vegetable Protein) en andere geïsoleerde proteïnen.

Het NOVA-classificatiesysteem is een systeem om de mate van bewerking van voedsel aan te geven, maar is ook onderhevig aan kritiek omdat het uiteenlopende voedselproducten in dezelfde categorie plaatst. Hoewel het gemakkelijk is om aan te nemen dat ultra-bewerkte voedingsmiddelen per definitie ongezond zijn, is dit een veralgemening die niet altijd opgaat en afhangt van het specifieke product.

Een onderzoek van februari dit jaar toont aan dat Europese consumenten die niet vertrouwd zijn met plantaardige vleesvervangers naast de derde en vierde generaties zelfs vaak tweede generatie vleesvervangers bestempelen als ultra-bewerkte voedingsmiddelen. Dit idee beïnvloedt ook hun perceptie van de gezondheid van deze producten en leidt ertoe dat de helft van de Europeanen vleesvervangers in het algemeen vermijdt.

Plantaardige ultra-bewerkte voedingsmiddelen gaan niet gepaard met dezelfde gezondheidsrisico’s als dierlijke ultra-bewerkte producten.

Hoewel ultra-bewerkt vlees wordt beschouwd als groep 1 carcinogeen (deze groep bevat producten waarvan we zeker weten dat ze kanker veroorzaken), is er veel minder bekend over de gezondheidsrisico’s van andere ultra-bewerkte voedingsmiddelen, waaronder plantaardige vleesvervangers. Een wetenschappelijk artikel dat in december 2023 verscheen in The Lancet toont de resultaten van een onderzoek bij verschillende subgroepen van ultra-bewerkte voedingsmiddelen. Dit onderzoek toont aan dat plantaardige ultra-bewerkte voedingsmiddelen niet gepaard gaan met dezelfde gezondheidsrisico’s als dierlijke ultra-bewerkte producten. Terwijl dierlijke ultra-bewerkte producten werden geassocieerd met een verhoogd risico op aandoeningen zoals type 2 diabetes, darmkanker en een verhoogde mortaliteit, was dit niet het geval bij plantaardige ultra-bewerkte voedingsmiddelen. Net zoals bij ultra-bewerkte broden en granen werden er voor ultra-bewerkte plantaardige voedingsmiddelen geen negatieve gevolgen voor de gezondheid opgetekend.

Een andere recente studie van Cambridge University vergeleek plantaardige vleesvervangers met vleesproducten en toonde aan dat plantaardige vleesvervangers over het algemeen minder vet en energie bevatten, maar hogere een suiker- en zoutgehalte kunnen hebben. Ze zijn vaak verrijkt met micronutriënten, wat consumenten net kan helpen om alle belangrijke vitaminen en voedingsstoffen binnen te krijgen. Dit is echter niet het geval bij alle vleesvervangers en is dus iets waar producenten op kunnen inzetten om de gezondheid van plantaardige vleesvervangers te bevorderen in de toekomst.

Aangezien de consumptie van ultra-bewerkt vlees wordt afgeraden door het World Cancer Research Fund vanwege de kankerverwekkende eigenschappen, kunnen vleesvervangers juist een gezond voedingspatroon stimuleren.

Tweede, derde en vierde generatie vleesvervangers hoeven we dus niet meteen achterwege te laten voor een gezonde plantaardige levensstijl. Sterker nog: aangezien de consumptie van ultra-bewerkt vlees wordt afgeraden door het World Cancer Research Fund vanwege de kankerverwekkende eigenschappen, kunnen vleesvervangers juist een gezond voedingspatroon stimuleren. Vleesvervangers bieden een waardevolle alternatieve eiwitbron die het consumenten gemakkelijker maakt om te kiezen voor lekkere, voedzame plantaardige maaltijden. 

De voedingswaarden van vleesvervangers kunnen wel variëren, waardoor de ene vleesvervanger mogelijk meer voordelen voor het voedingspatroon heeft dan de andere. Volgens het Vlaams klinisch specialistenteam bevat een voedzame vleesvervanger minimum 10 gram eiwitten, maximum 10 gram vet, maximum 5 gram verzadigd vet en maximum 650 mg natrium. Bij voorkeur is de vleesvervanger verrijkt met ijzer, vitamine B12 en B2.

Ben je een food professional met interesse in de voedingswaarde van vleesvervangers?

Hou de website van ProVeg in de gaten of abonneer je op onze Professionals Nieuwsbrief! Binnenkort publiceren we een handig overzicht voor food professionals met de gezondheidsscore per vleesvervangers op basis van deze criteria, inclusief informatie over beschikbaarheid bij verschillende grossiers.

Met dank aan Evelien Mertens, diëtist bij Erasmushogeschool Brussel, om haar expertise te delen voor dit artikel.