wrapper
Of je er nu als ouder voor kiest om je kind geen vlees, vis of eventueel andere dierlijke producten te geven, dan wel of zoon of dochter op een dag zelf besliste geen vlees meer te willen eten, wellicht kan je enig voedingsadvies best gebruiken.
Je moet je in elk geval als ouder geen zorgen maken als je kinderen vegetarisch willen eten. De American Dietetic Association, de meest gezaghebbende organisatie ter wereld op het vlak van voeding, stelt dat "goed uitgebalanceerde vegetarische en veganistische voedingswijzen nutritioneel geschikt en gezond kunnen zijn voor kinderen".
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een vegetarisch (en veganistisch) dieet is geassocieerd met een lager risico op sterfte door hart- en vaatziekten. Daarnaast blijken vegetariërs (en veganisten) een lager low density lipoprotein (LDL) gehalte te hebben in het bloed, en een lagere bloeddruk. Ook blijken ze minder risico te lopen op verschillende kankers en diabetes type 2 dan niet-vegetariërs. Daarbovenop hebben vegetariërs doorgaans een lager BMI. Er wordt vermoed dat verschillende kenmerken van een vegetarisch dieet leiden tot al deze voordelen: de lagere inname van verzadigd vet en cholesterol bijvoorbeeld, en de hogere inname van groenten, fruit, volkoren granen, noten, sojaproducten en vezels. Net als voor kinderen die vlees en vis eten, geldt voor kinderen die (grotendeels) veggie eten dat het vooral belangrijk is om gevarieerd te eten. Elke dag frieten is wel vegetarisch, maar natuurlijk is dat niet gezond.
Gezond vegan voor baby's
Mensen van alle leeftijden, dus ook baby's, kunnen perfect leven met veganistische voeding. Maar er zijn wel een paar belangrijke dingen waar je op moet letten.
Als ouder wil je je kind uiteraard de best mogelijke voeding geven. Eigenlijk verschilt de succesformule voor een gezonde veganistische voeding niet zo veel van een omnivore voedingswijze. Alle baby's drinken enkel melk tijdens de eerste maanden van hun leven en hun eerste vaste voedsel bestaat uit fruit, groenten en granen.
Borst- of flesvoeding
Moedermelk is het enige voedsel dat een baby nodig heeft tijdens de eerste 4 tot 6 maanden. Dat wil niet zeggen dat er na die periode geen moedermelk meer nodig is of mag gegeven worden, natuurlijk. De aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is om minimaal 2 jaar borstvoeding te geven, maar langer kan en mag natuurlijk ook als jij en je kind zich daar goed bij voelen. Moedermelk is er om te voorzien in alle behoeften van een menselijke baby, net zoals de melk van andere zoogdieren ideaal is voor hun jongen. Moedermelk zorgt voor immuniteit en verzekert dat de baby precies die voedingsstoffen krijgt die hij of zij nodig heeft.
Als de baby niet of slechts deels gevoed kan worden met moedermelk, dan is commerciële zuigelingenvoeding het alternatief. Deze producten zorgen voor een normale groei en ontwikkeling.
Plantaardige "melksoorten", zoals soja-, rijst-, haver- of amandelmelk hebben, zelfs als ze verrijkt zijn, niet alle voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden om te voorzien in de behoeften van de baby. Voor het eerste levensjaar mag je dus niet op dergelijke producten vertrouwen.
Wat geef je dan wel aan je baby als alternatief voor moedermelk?
Zuigelingenvoeding (ook “poedermelk” of “flesvoeding” genoemd) op basis van rijsteiwitten. De merknamen waarnaar je kan vragen bij de apotheek zijn Novalac Novarice, Bébé Mandorle of Prémiriz. Dit type voeding moet aan heel strenge wetgeving voldoen voor het op de markt komt. Er zijn allerlei vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen aan toegevoegd waardoor de voedingswaarde die van moedermelk zo dicht mogelijk benadert.
Vast voedsel
Momenteel zijn de aanbevelingen om bij borstvoeding te proberen om 6 maanden exclusief borstvoeding te geven, en daarna pas met vaste voeding te beginnen. Maar op zich kan zowel bij borst- als flesvoeding de introductie van vaste voeding al vanaf 4 maanden.
Aangeraden wordt om te kijken naar elk kind en/zijn haar individuele ontwikkeling: soms beginnen kindjes al vroeger interesse te tonen in eten, en kunnen ze al sneller van een lepel happen. Andere kindjes kunnen er daarentegen soms langer over doen om bewuste mondbewegingen te maken, en dan kan wachten (tot rond 6 maanden) soms beter zijn.
Voeding kan aangeboden worden onder twee vormen: enerzijds op de ‘traditionele’ manier van papjes, en anderzijds onder de vorm van stukjes. Dit laatste wordt baby-led weaning genoemd. Een Engelse onderzoekster en doctor, Gill Rapley, schreef hier een bekend boek over. Daarom wordt er ook vaak gesproken over de Rapley-methode.
Je kiest als ouder zelf of je begint met groenten of fruit. Maar indien er pas op 6 maanden gestart wordt met vaste voeding, is het toch aan te raden om eerst te beginnen met groenten omdat de ijzervoorraad van de zuigeling dan begint op te raken. Groenten brengen meer ijzer aan dan fruit, en zijn daarom in dit geval de betere keuze.
Het is aan te raden om je kind veel verschillende soorten groenten en fruit aan te bieden. Niet alleen voor de ontwikkeling van de smaakzin, maar ook omdat elke soort groente en fruit verschillende vitamines en mineralen bevat, in verschillende hoeveelheden.
Kies in het begin liefst voor lichtverteerbare groenten (zoals courgette, wortel of broccoli) en zacht fruit (zoals banaan, peer of meloen) zodat de darmen van het kind de tijd krijgen om te wennen aan het vaste voedsel. Het gastro-intestinaal stelsel van een kind is pas volledig ontwikkeld na ongeveer één jaar.
Vanaf 6 maanden
Vanaf 6 maanden kan er ook een eiwitbron worden toegevoegd aan de groentepap/warme maaltijd. Start bij voorkeur met tofu (15 gram), goed gaar gekookte kikkererwten of linzen (30 gram) of een eetlepel notenpasta.
Peulvruchten kunnen iets moeilijker verteerbaar zijn, en soms krampjes geven, maar kikkererwten en linzen zijn de makkelijkst verteerbare keuzes uit deze groep. Bekijk goed of jouw kind deze voedingsmiddelen verdraagt, indien niet kan je bijvoorbeeld de portie wat kleiner maken of nog enkele dagen/weken wachten voor je ze nog eens aanbiedt.
Volledige noten worden best niet aangeboden voor de leeftijd van 3 à 4 jaar, omwille van verstikkingsgevaar, maar notenpasta kan perfect als aanvulling dienen op de groenten. Ze brengen zowel eiwitten, vetten als heel wat vitaminen en mineralen aan.
Vanaf 12 maanden
Eigenlijk is 1 jaar de grens waarop kinderen met de rest van het gezin kunnen mee eten. Het enige waar extra op gelet moet worden is dat er niet teveel kruiding wordt gebruikt (zeker opletten met zout en pikant), en dat er voor het kind voldoende vet aanwezig is in de voeding. Tot 4 jaar hebben kinderen namelijk een grotere vetbehoefte.
Ook fruit met pitjes, fijngesneden rauwkost, volkoren producten, … mogen nu dus op het menu komen.
Vanaf nu kan je ook alle eiwitbronnen aanbieden aan je kind, bv. seitan en tempeh, maar ook kant en klare producten zoals burgers en balletjes. De porties mogen ook vergroot worden tot 25 g (of 50 g voor peulvruchten).
Specifieke aandachtspunten
Klik hier door naar Gezond veggie / vegan voor kinderen

Vegan voor kids
Dit artikel werd begin 2019 geüpdatet door diëtiste Silke Desaever, zij bracht haar eigen e-book uit over hoe je kinderen (van elke leeftijd) gezond en plantaardig kunt opvoeden.
Wil je meer weten? Koop het e-book Vegan voor kids hier!