Courgettelinten met granaatappel en walnoten

Snijd de courgettes in tweeën. Snijd de helften met een aardappelschiller tot lange ‘linten’ en doe die in een kom.
Meng in een kop de tahin met de granaatappelmelasse en de honing/ahornsiroop/agavestroop. Schenk dit over de courgette, waarbij je er­­voor zorgt dat het vocht uit de courgettes wordt ge­mengd met de tahin zodat er een ge­­lijk­matige dressing ontstaat.
Snijd de granaatappel doormidden. Leg één helft met het snijvlak omlaag op een snijplank en klop op de achterkant tot de pitten eruit vallen. Herhaal dit met de andere helft. Spoel de pitten nu af en verwijder witte draden en sap (het sap heb je niet nodig want dat maakt de saus te dun en zal de courgette rood kleuren).
Rooster de walnoten in een droge koekenpan; draai ze geregeld tot ze beginnen te bruinen. Leg ze in het mid­den van een schone droge theedoek en pak de vier punten daarvan samen. Houd stevig vast en sla met de thee­doek op een tafel om de walnoten te breken – leuker dan dit met een mes te doen!
Meng het merendeel van de gebroken walnoten en de gra­naatappelpitten met de courgette; zet wat apart om vlak voor het serveren over de salade te strooien.