Het ultieme wintergebraad

resterende 260 ml cider
1 sinaasappel
500 ml groentebouillon
1 ui
2 teentjes knoflook
1 laurierblad
1 hand verse takjes tijm en rozemarijn
1 el misopasta
2 el balsamicoazijn

3 el ahornsiroop
3 el zuivelvrije melk
4 el plantaardige olie

150 minuten.
Bereid het ‘vlees’-deeg. Verhit de olie in een koekenpan met antiaanbaklaag op matig vuur. Bak de ui, prei, knoflook, specerijen en kruiden met zout en peper, gedurende 2 à 3 minuten.

Maal ondertussen de cranberry’s, abrikozen en kastanjes in een blender tot stukjes van gelijke grootte. Bak ze 3 à 4 minuten mee in de koekenpan, tot alles zacht is. Voeg de cider, bouillon en misopasta toe. Roer alles door elkaar en stoof het mengsel nog 2 minuten. Zet het vuur uit.

Meng de droge ingrediënten. Laat het natte mengsel even afkoelen en meng het met de droge ingrediënten. Je moet nu een mooi deeg krijgen. Voeg wat extra kikkererwtenmeel toe als het te nat is. Leg het deeg op een schoon werkvlak en kneed het 10 minuten. Laat
het rusten.

Verwarm de oven voor op 170°C. Doe de ingrediënten voor de rub in een kom. Vorm een
Strooi de rub op het werkvlak en rol het deeg erdoor.

Wikkel het deeg in een stuk kaasdoek en zet de uiteinden vast met keukentouw. Leg de deegrol met de ingrediënten voor het braden in een hoge braadslede en zet het geheel 2 uur onder in de oven. Keer de deegrol halverwege de braadtijd om zodat hij gelijkmatig gaart. Haal de gare rol uit de braadslede en bewaar het stoofvocht. Laat de rol even afkoelen en verwijder het kaasdoek. Leg de rol nu ingepakt maximaal 3 dagen in de koelkast of ga direct verder. Als je nu niet verder gaat, kun je het best de jus (hieronder) maken en ook in de koelkast bewaren. Verwarm hem voor gebruik. Rol het deeg 1 uur voor het serveren uit tot een 3mm dikke rechthoek ter grootte van een theedoek. Snijd aan elke kant repen tot een derde van de breedte van het deeg; die kun je dan tot een raster vlechten. Verdeel de cranberry-sinaasappelsaus over het braadstuk, leg het midden op het deeg en pak het ‘vlees’ in het deeg. Leg het pakket op een met bakpapier beklede bakplaat. Meng de glazuur ingrediënten en bestrijk de bovenkant van het deeg ermee.

Bak de Wellington in 15 à 20 minuten goudbruin. Zeef ondertussen het kookvocht in een pan; druk daarbij zoveel mogelijk vocht uit de ingrediënten. Kook de jus 10 minuten op een laag vuur, tot hij indikt. Meng de maizena met wat water tot een papje en klop dat beetje bij beetje door de jus tot deze de gewenste dikte heeft. Haal de Wellington uit de oven, snijd hem in plakken en serveer met de rijke jus.